4. |
|
Artikelnummer: 2007041223
Het ontslag van Willem Mol of de plaats van de eerste vermaning van de Doopsgezinde gemeente in de Zuid-Zijpe. Deel 2
ZHB 2007-04; auteur: Numan, K. (Karel); Dekker, P. (Piet) (1822-1974)
- In het eerste gedeelte van dit artikel (zie Zijper Historie Bladen, jaargang 25, nummer 3) hebt u kunnen lezen sinds wanneer de eerste vermaning aan de Burgervlotbrug in gebruik was.
- In het Rijksarchief Noord-Holland te Haarlem vonden we over de situatie betreffende het bezit van de doopsgezinde gemeente Zuid-Zijpe aan de Burgervlotbrug de volgende aantekening in een ‘Memorie van berekening’ 19: 16 Menn(oniete) Gem(eente) Zijpe 12 roeden Erf of Tuijn af 5 Stellen van een hek tot afscheiding van de Rijksgrond leggen van een dam etc: voor alles ƒ 60:-- ƒ 190:- ---------ƒ 250:-en een klein Stukje grond aan het Rijk behorende gelegen tusschen de Menn: Kerk en pastorij op zich zelfs van geen waarde tevens aan de Menn: Gemeente af te staan.
- Tekening van het Noord-Hollands Kanaal bij Burgervlotbrug naar het kadaster, d.d. 1902-1904, bijgewerkt 1908 (de secties F en G); de vermaning en de pastorie zijn duidelijk zichtbaar, evenals het dubbele woonhuis, dat pas verkocht zou worden op 25 april 1909.
- De panden zoals ze zijn ernaast een plek vinden, ingetekend bij de Burgervlotbrug verschillen van de overige kadastrale Hollands Kanaal, reeds is de stort, in de volksmond gebragt en door den, over de opnemingen uit die tijd.
- Het geeft ook een aardig inzicht in de tijdsduur van de werkzaamheden aan het kanaal nabij de Burgervlotbrug, evenals in de tijdspanne tussen het graven van het kanaal en de aanleg van de schulpweg, namelijk 5 jaar.
- Op 29 januari 1841 verklaarde Pieter Nomen Koger voormeld, alias Pieter Koger, voor 25 gulden bij onderhandse akte contant verkocht te hebben aan Frederik Struijf, ‘winkelier bij de Burgervlotbrug’, 100 vierkante ellen (meters) grond, gelegen op de ‘Hooge storten’ van het Groot Noord-Hollandsch Kanaal, aan de oostzijde van de vlotbrug in de Burgerweg, zijnde een gedeelte van het perceel in de Sectie F, nr. 578 en het gehele nr. 579 (eerder samen het als ‘tuin’ aangegeven nr. 547). 28, 29 Op 4 mei 1841 verklaarde Jan Tol, schipper in de Zijpe, bij onderhandse akte d. d. 1 maart 1839 30, te hebben gekocht van Pieter Nomen Koger, timmerman en eveneens wonende aldaar, een stuk grond, gelegen op de ‘hooge storten van het Groot Noord- Hollandsch Kanaal, aan de oostzijde, nabij de vlotbrug en de Burgerweg, in de Zijpe, op eene afstand van zes ellen (meters) van de Polderweg (Burgerweg) en zeven ellen (meters) uit het boord van het Kanaal’.
- Stoffel] en Willem Harmen Roggeveen, koopman in manufacturen, beiden woonachtig in de Zijpe, aan Gerrit Blom, visser, wonende aan de Burgervlotbrug, ‘een huis, ingericht tot Pastorij, met erf en een gedeelte tuin, aan den Pettemerweg in de Gemeente Zijpe, ter grootte van 6 aren en 5 centiaren’, met het nieuwe kadastrale nummer G 828 (eerder G 451 a).
- Op 25 april 1909 32 verkocht Cornelis Vis Jansz., predikant, alsmede voorzitter en secretaris van de Kerkenraad der Doopsgezinde Gemeenten Noord- en Zuid-Zijpe, woonachtig te Schagerbug, aan Reijer Struijf, opperman, woonachtig te Burgervlotbrug, ‘een woonhuis, in tweeën bewoond, met erf, staande en gelegen aan de Burgervlotbrug, Sectie G. nrs. 1056 en 1057 (eerder G. 454, met erf en timmermans werkplaats, en 453), groot 2 aren en 75 centiaren’. (Op de kadastrale kaart staart dit perceel aangegeven met een grootte van 2 aren en 80 centiaren, dus praktisch dezelfde grootte).
- Op een van de foto’s bij dit kader (zie p. 20 onder) ziet u het voorhuis en de stolp op de hoek van de Pettemerweg en het Kanaal bij de Burgervlotbrug met daarvoor acht personen.
- Wim Bouwes vertelt dat Willem de Leeuw samen met zijn vader Dirk – Willem was toen zes jaar oud – lopend vanaf de Burgervlotbrug naar de bouw van de nieuwe timmermanswerkplaats ging kijken aan het ‘Hoekje’, dezelfde plek ook van het aannemersbedrijf van de familie Bouwes.
- Op 31 december 1974 35 werd namens de ‘Doopsgezinde Gemeente Zuid-Zijpe’, door de voorzitter W. Bouwes, aannemer te Burgervlotbrug, voor 10. 000 gulden de kerk met kosterswoning van de doopsgezinden, toen met het nieuwe Sectienr. G 1326 (eerder G 452), groot 8 aren en 80 centiaren, verkocht aan Arie Struijf, timmerman, eveneens woonachtig te Burgervlotbrug.
- Onze aanvankelijke overweging, dat de vermaning oostelijk van de Ooster-Egalementsloot stond, Burgervlotbrug tussen 1920 en 1940.
- De molen die we zien staat aan de Burgerweg, maar tussen Eenigenburg en (Eenigen)Burgerbrug en niet tussen Burgerbrug en Burgervlotbrug.
|
|